Update oktober 2022

[ook verschenen in de Vriendenband van de Vrienden van de Atletiek]

Waarom zijn wij blij met giften/erfenissen van atleten? We hebben al heel lang een plakboek van de Amsterdamse sprinter Herman Eikema uit de jaren ’30 van de vorige eeuw. Dit ligt, netjes opgeborgen, te liggen, te liggen........ Komt er een vraag: “Kunnen jullie me helpen aan de vierde man van de 4x110 yards estafetteploeg die in 1936 meedeed aan het AAA-kampioenschap in Engeland? De andere drie wist de vragensteller. In de gebruikelijke stukken niets te vinden, totdat we het plakboek tegenkwamen waarin met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid het antwoord: naast de al bekende namen Osendarp, Berger en Van Beveren was dit Boersma.

Er was ook een vraag over Foekje Dillema, die eens naar het verzamelpunt reisde [en weer naar huis werd gestuurd], waar op een station de nationale ploeg bijeenkwam. Maar welk station was dat? Experts van naam komen tot verschillende plaatsen: Amsterdam? Utrecht? Hilversum? Nee, dat konden wij ook niet oplossen!

Voor een meer recente voormalige topatleet willen mensen een lintje aanvragen. Hebben wij informatie die de aanvraag kan ondersteunen? Noem hier natuurlijk geen naam omdat de procedure nog loopt, maar helpen konden we inderdaad.

Het hoeven niet perse altijd de bekende grote namen te zijn waarnaar gevraagd wordt. Een vraag over een minder bekende atlete uit Overijssel konden wij ook voor een groot deel beantwoorden.

Van Ron Wintjes kregen we een handleiding wedstrijdorganisatie voor de FICEP-spelen 2001 dat jaar in Nederland werden georganiseerd. Nu is FISEC de internationale schoolsportfederatie van het Katholiek Onderwijs. Het organiseert éénmaal per jaar een internationale schoolsportontmoeting voor 15- tot 17-jarigen: de FISEC-spelen. Sinds 2014 doet het dit samen met FICEP die er vóór die tijd verantwoordelijk voor was.
Deze ontmoeting gaat gewoonlijk door tijdens de maand juli en volgende sporten staan op de affiche: atletiek, basketbal, handbal, tafeltennis, veldloop, tennis, voetbal, volleybal, zaalvoetbal en zwemmen.

Rotterdam Atletiek gaf het jubileumboek dat geschreven is ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan en A.V.Weert hun boek over het 40 jarig bestaan. Hoewel allebei met enige vertraging omdat die jubilea al gepasseerd zijn, maar we zijn er wel heel blij mee want juist in deze boeken kunnen we vaak heel veel informatie vinden die centraal door de Unie niet wordt bewaard en we hebben ook al meermalen vragenstellers met behulp van boeken als deze kunnen helpen.
Persoonlijke plakboeken, jubileumboeken, zie bijvoorbeeld hierboven de alinea over Herman Eikema en die van de Overijsselse atlete.

29 november! De vooralsnog geplande dag voor de presentatie van de Canon, het boek dat in 50 vensters hoogtepunten uit de vaderlandse atletiek beschrijft. Wat we er tot nu toe van gezien hebben, ziet er zeer veelbelovend uit!

Intussen is de website van de Atletiekunie vernieuwd zoals u wel eens gezien zal hebben.
Publieksvriendelijker is de bedoeling, maar plots waren we bladzijden kwijt die waardevolle informatie bevatten voor mensen die met de historie bezig zijn! Gelukkig is dat intussen grotendeels opgelost maar onze digitale expert Wouter Schoemaker waarschuwde opnieuw voor een risico dat we nu lopen. Voorbeeld: in de bibliotheek hebben we boeken staan over de Olympische Spelen van 1896 tot en met 1988. Daarna druppelt het nog even door maar veel boeken werden er niet meer over geschreven want het internet nam in toenemende mate de informatievoorziening vooraf, de wedstrijdverslagen met wetenswaardigheden en de nabeschouwing over. Boeken worden niet meer verkocht en dus niet meer geschreven. Na 2004 hebben we helemaal niets meer aan boeken over Olympische Spelen.
Zo gaat het ook met de jaarlijkse ranglijstenboeken, eh, ranglijsten die de werkgroep statistiek steeds keurig samenstelt. Nu alleen nog digitaal in te zien.
Films, foto’s en/of de negatieven, videobanden: digitaliseren (deels al gedaan) is natuurlijk de mooiste oplossing. Enzovoort.
Tja, maar hoe bewaren we die gegevens nu? En hoe waarborgen we dat door een menselijke fout of door een technische calamiteit niet alles onvindbaar raakt? Dat was op de vergadering van het Erfgoedbestuur met de medewerkers eind september een belangrijk gespreksonderwerp. We gaan eerst maar eens een overzicht maken van wat we digitaal hebben, wat er elders voor ons te vinden is, wat we daarvan in eigen beheer willen hebben. Welk materiaal bewaren we intern en wat is daarvan geschikt om bijvoorbeeld via onze website aan iedere geïnteresseerde te tonen? Gebruik maken van hulpmiddelen als dropbox, de cloud, harde schijven. Kortom, ook in dit opzicht is er nog heel veel te doen.