Mystical Miles

Mystical Miles

Ondertitel  
Schrijver Hans Koeleman (hoofdredacteur)
   
Bespreking door  
Piet Wijker

Het is geen boek (of zijn geen boeken, zo u wilt) en is ook niet pas verschenen, maar al in de coronatijd ontstaan, op initiatief van Hans Koeleman, die we niet alleen kennen als oud-atleet, maar ook van zijn eerder verschenen boeken ‘Het blauwe uur’ en ‘Olympiers’. Sindsdien komen er jaarlijks drie tot vier edities van ‘Mystical Miles’ uit.

Zelf werd ik pas tijdens de jongste NK Indoor in Apeldoorn van het bestaan ervan geattendeerd door Koeleman zelf, die mij de hier op de foto gezette exemplaren in de handen drukte. Na die te hebben ingezien vond ik, dat ik wellicht niet de enige was die van het bestaan ervan niet afwist en dat daar dus wat aan moest worden gedaan.
Vandaar deze verlate introductie van dit tijdschrift, al dekt die omschrijving geenszins de lading. Koeleman legt uit: “Wij noemen het een ‘magazine’, want het is heel mooi vormgegeven, in de stijl van ‘Esprit’ en ‘Flow’ en dat soort bladen, bladen die echt wel aandacht trekken. Formeel juridisch gezien is het een boek. We hebben het als boek geregistreerd, want noem je het een tijdschrift, dan mogen ze na een maand tijdschriftenbundels met korting van de hand doen. In Nederland zijn bij wet boek en prijs vastgelegd. Dat betekent dat je in een jaar tijd niet aan de prijs van je boek mag komen. Dus je moet het voor de juiste prijs verkopen. Daarom hebben we het destijds als boek neergezet, meer als een formaliteit. Maar het is een magazine.”
Gezien de verhalen in dit magazine is het de aanduiding ‘boek’ meer dan waard. Hans Koeleman: “Dit is een hardloopblad, een blad met hardloopverhalen, fictie, non-fictie, journalistieke verhalen, historische verhalen, alles waar de hardloper zich in kan herkennen en inspiratie uit kan putten. Er was al eens iets dergelijks, van een veel kleiner formaat, wat minder imposant vormgegeven. Dat heette ‘42’ en was een initiatief van Kees Kooman. Dat heeft het volgens mij zes, zweven nummers uitgehouden, toen stopte dat. Kees heeft met mij wel eens gesproken over een eventuele herstart ervan. Ik had intussen in Engeland een magazine ontdekt, dat een beetje op ons lijkt qua vormgeving. Ik zei dus dat ik daar wel aan mee wilde doen, maar dan moest het er wel ongeveer zo uit gaan zien. Dat bleek allemaal veel te complex en te duur. Maar goed, een dergelijk blad – niet zoals dat van ons met al die verhalen, internationale verhalen – een literair hardloopblad, zeg maar, was er dus al. Dat viel om, iemand was overleden. Maar het idee was wel dat er een blad met hardloopverhalen zou moeten zijn, zoals dat er voor wielrennen wel is. En voetbal heeft dat natuurlijk ook met ‘Hard gras’. Bob Boverman, mijn trainer, zei altijd dat er twee krachtbronnen zijn die een loper sterker en/of sneller kunnen maken: dat is de wetenschap, dus het testen en al dat soort dingen aan de ene kant en aan de andere kant het verhaal. Een verhaal kan dus een enorme inspiratiebron zijn, waardoor mensen kunnen gaan dromen. Dat doe je niet met wetenschappelijke cijfers en zo.”

Koeleman pakte de uitdaging op. Hij vond een goede vormgeefster, die weer een commercieel aangelegd persoon kende met zakelijke kwaliteiten en samen met nog een vierde enthousiasteling is het project van start gegaan. Met een uitgave van zo’n drie tot vier edities per jaar – slechts onderbroken door een periode van driekwart jaar, toen door sterk gestegen papierprijzen het blad financieel onmogelijk rond te krijgen was; met een goedkopere drukker lukte dat gelukkig daarna weer wel – heeft dat inmiddels geleid tot een totaal van elf nummers. “Puur gefinancierd door de abonnees zelf. We hopen binnenkort eindelijk wat partners binnen te halen die dus gewoon gaan betalen. We hebben er overigens al eentje, hoor, de NS. We hebben weleens wat advertenties geplaatst, maar voor grote merken, die echt partner willen worden, waren we altijd nog iets te klein. Toevallig hebben we de laatste tijd veel gesprekken met bedrijven in de sport, maar ook daarbuiten, die wellicht aan willen haken. Maar onze marges zijn heel klein. Al het geld dat op die manier binnenkomt, is meteen al winst. We hebben geen overhead, geen mensen in dienst”, legt Koeleman uit. “De enige mensen die wij betalen zijn de vormgeefster, de eindredactrice, een aantal schrijvers en wat illustratoren. Foto’s proberen we redelijk goedkoop via verschillende fotobanks te krijgen. Maar we krijgen heel veel foto’s toegestuurd en een hele hoop verhalen van schrijvers die niks kosten.”
Dit is zeker geen veredelde hobby is. “We zijn dit initiatief ooit begonnen met de intentie dat dit een business was. Zeker geen hobby. Een hobby doe je er een beetje bij, als het leuk is en niet al te veel kost. Dit is duidelijk de bedoeling dat het groot, groter gaat worden. Niet dat je er ooit je hypotheek van zou moeten kunnen betalen, maar wel dat het een succes wordt, dat we op eigen benen kunnen staan en dat we er een hele hoop lopers en andere mensen heel blij mee maken. Dat doen we eigenlijk nu al, want we hebben echt een grote groep zeer loyale abonnees. De oplage is 1500 stuks, dat zijn 1000 abonnees en 500, waarvan een aantal in onze eigen opslag gaan, die we via onze website verspreiden. En verder doen we best veel aan losse verkoop, via onze website mysticalmiles.nl.”

Koeleman denkt groot. Hij wil naar 5000 abonnees en kijkt ook al met een schuin oog, of ze in Amerika voet aan de grond kunnen krijgen. Een Engelstalige editie voor de Amerikaanse markt, misschien zelfs Zuid-Afrika, Australië. “De Angelsaksische markt begrijpt het voordeel van verhalen veel beter dan wij Hollanders.” De schrijvers heeft hij er al voor. Want naast Nederlandstalige schrijvers als Dolf Jansen, Ivan Sonck, Bram Bakker en Lidewey van Noord, zitten er ook schrijvers uit andere werelddelen in ‘The Pack’, zoals hij zijn schrijverscollectief noemt. “Neem Roger Robinson, die is een derde Amerikaans, een derde Brits en een derde Nieuw-Zeelands. Dat is misschien wel de meest eminente hardloophistoricus die er is. Hij is bovendien de man van Katrine Switzer, die ooit als eerste vrouw tegen alle regels in de marathon van Boston liep. Die schrijft trouwens ook, die hebben wij al meerdere keren stukken laten schrijven.” Maar wat voor verhalen ook, ze moeten iets bij de lezers teweegbrengen. “We willen een magazine zijn met hele mooie verhalen, die toevallig over hardlopen gaan”, besluit Hans Koeleman.